Artikel 3.53
gebruiksfunctie
|
leden van toepassing
|
|||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|
artikel
|
||||||||
lid
|
||||||||
1
|
Woonfunctie
|
|||||||
a
|
woonfunctie
gelegen in een woongebouw
|
–
|
–
|
|||||
b
|
woonfunctie
van een woonwagen
|
–
|
–
|
–
|
||||
c
|
andere
woonfunctie
|
–
|
–
|
–
|
||||
2
|
Bijeenkomstfunctie
|
|||||||
a
|
bijeenkomstfunctie
voor kinderopvang
|
–
|
–
|
–
|
||||
b
|
andere
bijeenkomstfunctie
|
–
|
–
|
|||||
1
ruimte voor activiteiten die de binnenlucht
verontreinigen
|
||||||||
2
andere ruimte
|
–
|
|||||||
3
|
Celfunctie
|
–
|
–
|
|||||
1
ruimte met toiletpot
|
||||||||
2
ruimte voor activiteiten die de binnenlucht
verontreinigen
|
||||||||
3
andere ruimte
|
–
|
|||||||
4
|
Gezondheidszorgfunctie
|
–
|
–
|
|||||
1
ruimte voor activiteiten die de binnenlucht
verontreinigen
|
||||||||
2
andere ruimte
|
–
|
|||||||
5
|
Industriefunctie
|
|||||||
a
|
lichte
industriefunctie
|
–
|
–
|
–
|
–
|
–
|
||
b
|
andere
industriefunctie
|
–
|
–
|
|||||
1
ruimte voor activiteiten die de binnenlucht
verontreinigen
|
||||||||
2
andere ruimte
|
–
|
|||||||
6
|
Kantoorfunctie
|
–
|
–
|
–
|
||||
7
|
Logiesfunctie
|
|||||||
a
|
logiesfunctie
gelegen in een logiesgebouw
|
–
|
–
|
–
|
||||
b
|
logiesfunctie
niet gelegen in een logiesgebouw
|
–
|
–
|
–
|
||||
8
|
Onderwijsfunctie
|
–
|
–
|
|||||
1
ruimte voor activiteiten die de binnenlucht
verontreinigen
|
||||||||
2
andere ruimte
|
–
|
|||||||
9
|
Sportfunctie
|
–
|
–
|
|||||
1
ruimte voor activiteiten die de binnenlucht
verontreinigen
|
||||||||
2
andere ruimte
|
–
|
|||||||
10
|
Winkelfunctie
|
–
|
–
|
|||||
1
ruimte voor activiteiten die de binnenlucht
verontreinigen
|
||||||||
2
andere ruimte
|
–
|
|||||||
11
|
Overige
gebruiksfunctie
|
|||||||
a
|
overige
gebruiksfunctie voor het stallen van motorvoertuigen
|
–
|
–
|
|||||
b
|
overige
gebruiksfunctie voor het opslaan van afval
|
–
|
–
|
|||||
c
|
andere
overige gebruiksfunctie
|
–
|
–
|
–
|
–
|
–
|
||
12
|
Bouwwerk
geen gebouw zijnde
|
–
|
–
|
–
|
–
|
–
|
–
|
1.
De toevoer van verse lucht naar een niet-gemeenschappelijk verblijfsgebied vindt rechtstreeks of via een ander niet-gemeenschappelijk verblijfsgebied of via een niet-gemeenschappelijke verkeersruimte plaats. Ten minste 50% van een toevoercapaciteit bepaald volgens artikel 3.48, vindt rechtstreeks van buiten plaats.
2.
De toevoer van verse lucht naar een gemeenschappelijk verblijfsgebied vindt rechtstreeks van buiten plaats.
3.
De toevoer van verse lucht naar een verblijfsgebied vindt rechtstreeks van buiten plaats.
4.
Ten minste 21 dm³/s van de capaciteit van de afvoer van binnenlucht uit een verblijfsgebied of een verblijfsruimte waarin zich een opstelplaats voor een kooktoestel, als bedoeld in artikel 3.48, derde lid, bevindt, wordt rechtstreeks naar buitten afgevoerd.
5.
De afvoer van binnenlucht uit een toiletruimte of een badruimte vindt rechtstreeks naar buiten plaats.
6.
De afvoer van binnenlucht uit een ruimte vindt rechtstreeks naar buiten plaats.